Print Chronologisch (per tijdvak) Middeleeuwen | Gouden Eeuw | Achttiende Eeuw | Negentiende Eeuw | Twintigste Eeuw | Eenentwintigste Eeuw | Alle perioden 1557, Ambrosius Zeebout, Tvoyage van Mher Joos van Ghistele 1561, Eduard de Dene, Eduard de Dene. Testament rhetoricael 1562, anoniem, Het Offer des Heeren 1562, Anthonis de Roovere, Rethoricale wercken 1563-1564, Willem van Haecht, Dwerc der Apostelen 1565, Lucas de Heere, Den hof en boomgaerd der poësien ca. 1565-1574, Godevaert van Haecht, De kroniek van Godevaert van Haecht over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders ca. 1566-1568, Marcus van Vaernewyck, Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelick in Ghendt 1566-1568 1566, Petrus Datheen, De Psalmen Davids, ende ander lofsanghen 1568, Johan Radermacher (de Oude), Voorreden vanden noodich ende nutticheit der Nederduytscher taelkunste 1569, Philips van Marnix van Sint Aldegonde, De bijencorf der H. Roomsche Kercke 1569, anoniem, Historie van broer Cornelis 1574, Marcus van Vaernewyck, De historie van Belgis ca. 1576-1579, Andries Vierlingh, Tractaet van dyckagie 1581, anoniem, Plakkaat van Verlatinge 1581, Pontus de Heuiter, Nederduitse orthographie 1581, Willem van Oranje, Apologie, ofte Verantwoordinghe 1583, Lucas Jansz Waghenaer, Spiegel der zeevaert 1584, Justus Lipsius, Twee boecken vande stantvasticheyt 1585, H.L. Spiegel, Twe-spraack; Ruygh-bewerp; Kort begrip; Rederijck-kunst 1585, D.V. Coornhert, Zedekunst dat is wellevenskunste 1585, Simon Stevin, De Thiende 1590, Simon Stevin, Het burgherlick leven 1591, Dirck Adriaensz. Valcooch, Den reghel der Duytsche schoolmeesters 1598, Gerrit de Veer, Waerachtighe beschryvinghe van drie seylagien, ter werelt noyt soo vreemt ghehoort 1599, C. Kiliaan, Etymologicum Teutonicae Linguae 17de eeuw, Passchier de Fyne, Het leeven en eenige bysondere voorvallen 1604, Willem Bartjens, De cijfferinghe (1604) 1604, Karel van Mander, Het schilder-boeck 1605-1608, Simon Stevin, Wisconstighe gedachtenissen 1610, Hugo de Groot, De oudheid van de Bataafse nu Hollandse Republiek 1610, Willem Baudartius, Morghen-wecker der vrye Nederlantsche Provintien 1612, Jacob van der Schuere, Nederduytsche spellinge 1612, Jacob van der Schuere, Nederduytsche spellinge 1612, Lodovico Guicciardini, Beschrijvinghe van alle de Neder-landen 1612, Willem Meerman, Comoedia vetus 1613, Justus de Harduwijn, De weerliicke liefden tot Roose-mond 1614, Roemer Visscher, Sinnepoppen 1614, H.L. Spiegel, Hert-spiegel 1616, Daniël Heinsius, Nederduytsche poemata 1616 1618, Nicolaus Mulerius, Hemelsche trompet morgenwecker 1618, Jacob Cats, Aenmerckinghe op de tegenwoordige steert-sterre en drie lofdichten op Philips van Lansbergen 1620, Anthoni Smyters, Het versierde woord. De Epitheta of woordcombinaties van Anthoni Smyters uit 1620 1623, anoniem, Zeeuwsche Nachtegael en bijgevoegd Tafereel van sinne-mal 1625, Jacob Cats, Houwelick 1625, Hugo de Groot, De iure belli ac pacis [Het recht van oorlog en vrede] 1626, Adriaen Valerius, Nederlandtsche gedenck-clanck 1628, Dirck Pietersz. Pers, Suyp-stad of Dronckaarts leven 1630, Jacobus Revius, Over-Ysselsche sangen en dichten 1630, D.V. Coornhert, Wercken (3 delen) 1631, Salomon de Bray, Architectura moderna ofte bouwinge van onsen tyt 1632, Jacob Coenraetsz Mayvogel, Schadt-Kist der Liefde 1632, C. Barlaeus, Mercator sapiens 1636, Johan van Beverwijck, Schat der gesontheyt 1637, Jacob Cats, Trouringh 1637, anoniem, Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) 1641, Jan Adriaansz Leeghwater, Haerlemmermeerboeck 1642, Philips Angel, Lof der schilder-konst 1644, Johan de Brune (de Jonge), Wetsteen der vernuften 1644, Dirck Pietersz. Pers, Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants 1646, Adriaen Poirters, Het masker van de wereldt afgetrocken 1646, W.IJ. Bontekoe, Journael ofte gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Oost-Indische reijse 1649, A.L. Kok, Ont-werp der Neder-duitsche letter-konst 1650, anoniem, 't Muyder-spoockje 1651-1662, Jan van Riebeeck, Dagverhaal (ed. Historisch Genootschap, Utrecht) 1652, Pieta van Beek, Klein werk: de Opuscula Hebraea Graeca Latina et Gallica, prosaica et metrica van Anna Maria van Schurman (1607-1678) 1652, Mattheus Gansneb Tengnagel, Alle werken 1652, anoniem, Het Hollants wijve-praetjen 1653, Constantijn Huygens, Vitaulium. Hofwyck. Hofstede vanden Heere van Zuylichem onder Voorburgh 1657, Joannes Six van Chandelier, Gedichten (2 delen) ca. 1657, Jan Zoet, 't Groote visch-net 1658, Johannes Amos Comenius, Portael der saecken en spraecken 1659, Abraham Palingh, 't Afgerukt mom-aansight der tooverye 1660, Joan Baptista van Helmont, Dageraed, ofte nieuwe opkomst der geneeskonst 1662, Pieter de la Court, Interest van Holland, ofte gronden van Hollands-Welvaren 1662, Cornelis de Bie, Het gulden cabinet van de edel vry schilderconst 1667, Constantijn Huygens, Zee-straet 1668, Adriaan Koerbagh, Een bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet 1669, Aernout van Overbeke, Buyten gaets. Twee burleske reisbrieven 1671, Johan de Witt, Waerdye van lyf-rente naer proportie van los-renten 1671, Jan Luyken, Duytse lier 1672, anoniem, D'oprechte Oranje oogen-salf 1677, P.C. Hooft, Alle de gedrukte werken 1611-1738. Deel 4 en 5. Nederlandsche Historien 1677, Benedictus de Spinoza, Nagelate schriften 1677, Andries Pels, Q. Horatius Flaccus dichtkunst op onze tijden en zeden gepast 1678, Opuscula selecta Neerlandicorum de arte medica, Opuscula Selecta Neerlandicorum de arte medica. Jaargang 1937 1678, Willem G. van Focquenbroch, Afrikaense Thalia 1678, Samuel van Hoogstraten, Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt 1681, anoniem, 't Amsterdamsch hoerdom 1682, Geeraardt Brandt de jonge, Het leven van Joost van den Vondel 1683-1684, Maria Petyt, Het leven van Maria Petyt (1623-1677) 1687, Geeraardt Brandt de jonge, Leven en bedryf van den heere Michiel de Ruiter 1687, Lieven van Waarmond, Hollands koors 1688, Joseph de la Vega, Confusion de Confusiones 1690, Nicolaas Witsen, Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier 1690, Govert Bidloo, Ontleding des menschelyken lichaams 1691, Johannes Duijkerius, Het leven van Philopater en Vervolg van 't leven van Philopater 1691-1693, Balthasar Bekker, De betoverde wereld 1692-1702, Pieter Rabus, De boekzaal van Europe. Deel 9 ca. 1694, Adriaan van Loo, Geestelyke gesangen, opgemaekt door eenige godvruchtige sangers en sangeressen, en nu uyt verscheyde by een vergaderd 1695, Nicolaas Heinsius, Den vermakelyken avanturier 1698-1700, Hieronymus Sweerts, Koddige en ernstige opschriften, op luyffens, wagens, glazen, uithangborden en andere taferelen