| |
| |
| |
Tuinbouwgrond op de Sint-Kruisparochie binnen Brugge
1588
Het zal elkeen bekend zijn dat de Brugse omwalling anno 1297 nog veel te ruim bleek, en binnen de wallen grote partijen land gewoon landbouwgrond bleven. Voor wat binnen Brugge de enclave van Sint-Kruis betreft - gesitueerd tussen de wal, de Potterierei, de Sint-Annarei en de VuldersreiGa naar voetnoot(1) - is het duidelijk dat de daarbinnen gelegen Carmer- en Predikherenkloosters, en de hospitalen Sint-Obrecht en de Potterie, naast het hof van Ter Doest, over uitgestrekte percelen landbouwgrond beschikten. Binnen dezelfde blijkbaar nog te ruime enclave verschenen in 1459 Maagdendal, in 1614 de Penitenten uit Aardenburg en in 1629 de Augustinessen uit Leuven als nieuwe fundaties, terwijl de Karthuizers uit Sint-Kruis in 1609 in Sint-Obrechts introkken, de Duinheren in 1628 in het hof van Ter Doest, en Spermalie uit Sijsele in 1601 in de refuge ten Walle van De Duinen, naast Ter Doest.
Onderstaand document, opgesteld 29 juli 1588Ga naar voetnoot(2), met betrekking tot de tiendheffing (sinds 1089 verbonden aan de parochia se.crucis) en de kweektienden (hier ca. 100 lammeren en een 20-tal varkens) verhoogt nog het agrarisch uitzicht van deze noord-oost hoek van de stad Brugge.
Van de 23 geciteerde tuinbouwpercelen kunnen de nrs 1-3 gesitueerd worden op Proostland (Jeruzalem genoemd)Ga naar voetnoot(3). De verbouwde producten: rogge, gerst, bonen, erwten en vitsen, betekenden voor de stedelingen een blijkbaar welkome aanvulling van proviand in de oorlogssituatie. Inderdaad de periode 1587-88 betekent voor het platteland rondtrekkende legerbenden i.v.m. het beleg van Sluis en de op Engeland gerichte Armada. Wat b.vb. het Proostland van de totale parochie Sint-Kruis betrof (inbegrepen de percelen 1-3 hieronder vermeld) tonen de cijfers van het bebouwde oppervlak een totaal van 212.1.50 in 1590, 318.2.00 in 1592, resp. een derde tot de helft van het streefcijfer 728.0.45 uit 1686Ga naar voetnoot(4).
| |
| |
De bebouwde grond, 7,7 ha binnen de wal van Brugge voor zover parochie Sint-Kruis bereikte dus een twaalfde van de totale bebouwing 1590 van het Proostse Sint-Kruis, waarvan het normale bebouwde areaal 322 ha groot wasGa naar voetnoot(5).
Het zou belangrijk zijn de tuinbouwgrond binnen de overige Brugse parochies op gelijkaardige wijze te kennen. De gronden der tuinbouwers worden hier zowel bogaard, hof als eester genoemd, duidelijk in functie van de afnemende grootte.
A. Dewitte
| |
De percelen volgens de tiendheffing 29 juli 1588
(fol. 1).
Upden XXIXen in hoymaent XVC LXXXVIII zo was visentatie ende onderzouck ghedaen van alle de vruchten ligghende binnen de nieuwe stadt van brugghe ende ande prochie van sinte Cruus zo wel van boonen herweten gheerste ende dierghelijcke vruchten midtsgaders ooc upghescreven ende ondersocht de lammeren ende verxkens tvoorleden saeysoen XVcLXXXVII ghequeect inde voornoemde stede ende distryct zo verre dat vindelick es gheweest. Ende dit ten upziene vander thiende van dien staende als nu in processe; al twelcke nu ghedaen es bij ordonnantie van mijnheeren vanden Rade in Vlaenderen telcx rechte, te wete bij mijn heer Remigius DrutiusGa naar voetnoot(6) officiael ende canonick der cathedrale kercke van sinte donaes in brugghe ende heer Andreas Bottin, secretaris vanden capitele, midtsgaders Florens van Marissal landtmeter, inder manieren hier in verclaerst
1. | Alvooren tot Franchois Maes ande veste (fol. 1v) bijde cruuspoorte, jeghens over deerste muelen, een sticxkin eerweten ende vitsen, groot ontrent 2 lijnen;
tvoorleden jaer rugghe. |
| |
| |
2. | Item tot Pieter Verburch, daerbij int hof daer hij wuendt, uutcommende inde peperstrate, vinder boonen ende wat erweten ontrent 50 roeden;
tvoorleden jaer wat bet. |
3. | Item inde bleeckerije ofte thoude scottershof, tot Jeroen Taeille, vinder gheerste ende boonen ontrent 1 gemet;
tvoorleden jaer meest gheeste. |
4. | (fol. 2) Item tot Mevrouwe van Jeruzalem, in huer hof inde langhe rollewech, meest boonen ende wat gheerste, groot ontrent 4 geroet;
tvoorleden jaer meest gheeste. |
5. | Item int hof vande potarije, dat Fernand de frutenier ghebruuct, boonen ontrent 1 gemet;
tvoorleden jaer boonen ende erweten. |
6. | Item tot Jan Vereecke in de st jacopstrate in zijn hof thende carmesstrate, ander veste, vinder boonen ende erweten ontrent 75 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
7. | Item tot Jooris Vander Beke, int scoon hemdeke, boonen ontrent 50 roeden;
tvoorleden jaer wat meer. |
8. | (fol. 2v) Item tot Pauwels Rijcquaert, daerseffens, boonen ende erweten ontrent 50 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
9. | Item tot Robaert Vernieughe, daerseffens, een stick boonen ande veste, groot ontrent 4 lijnen 50 roeden;
tvoorleden jaer gheerste. |
10. | Item tot dezelve in zijnen boogaert daer hij wuendt, boonen ende erweten ontrent 7 lijnen;
tvoorleden jaer gheerste ontrent 8 lijnen, ende accordeerde up 13 sch tsjaers. |
11. | Item tot Dierck de Brouckere, daerneffens in zijn boogaert, gheerste ontrent 7 lijnen;
tvoorleden jaer boonen ende erweten. |
12. | (fol. 3) Item tot Huughe Huughens, int hof daer hij wuendt ande veste, boonen 75 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
13. | Item tot Pieter de Melckere, over strate, een driehouck boonen groot ontrent 1 lijn 25 roeden;
tvoorleden jaer ghelijc. |
14. | Item tot Jacob Scippelijnck, in zijn hof daer hij wuent, boonen ontrent 1 lijn 25 roeden;
tvoorleden jaer ghelijc. |
15. | Item tot Hubrecht Smulders, een hofkin daer hij wuent daer neffens, met boonen ontrent 40 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
16. | (fol. 3v) Item tot Willem van Houtte inden lavenderberch, boonen ontrent 2 lijnen;
tvoorleden jaer ghelijck. |
17. | Item int eester van Abel Doye boonen ontrent 40 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
18. | Item tot Pieter van Kemele, daerneffens, 80 roeden boonen ende
|
| |
| |
| Jaques Vandevoorde, 30 roeden boonen tsjaers, ontrent 1 linie 10 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
19. | Item tot Paesschier van houtte, int hof daer jeghensover, bachten de potarije boonen ontrent 30 roeden. |
20. | (fol. 4) Item tot Loijs Nuete in zijn hof bachten stuvenberch. boonen ontrent 1 linie 50 roeden;
tvoorleden jaer ontrent 1 linie. |
21. | Item tot Aernout de Rame in de Olijestrate, in zijn hof boonen ontrent 1 linie lants;
tvoorleden jaer ghelijc. |
22. | Item tot Jan Woukier in zijn eester bij thof vander doest, boonen ende erweten ontrent 50 roeden. |
23. | Item tot Jacob de Cuenijnck int groote hof vander doest, boonen ende erweten ontrent 1 linie 50 roeden;
tvoorleden jaer ghelijck. |
Totale ontrent 17 g., 1 linie, 70 roeden vruchten.
Queectienden (fol. 4v)
1. | Item tot Jan Claeysseune bevonden volghens zijn kennesse ontrent 40 lammeren. |
2. | Item tot Jan de Vos inden arent volghens zeker rapoort van diverssche persoonen an zin scapers ghevraecht, bet dan 50 lammeren, want daer zin nu noch 39 beytlammeren zonder de-welcke die vercocht zin.Ga naar voetnoot(7) |
3. | Ende Item tot de zelve gheweest tvoorleden jaer jonghe verxkens bet dan 20. |
|
-
voetnoot(1)
- E.I. Strubbe, De Parochies te Brugge voor de 12e eeuw, Album English, 1952, pag. 375.
-
voetnoot(3)
- J. De Smet, De evolutie van het Brugse stadsgebied, Emulatie Brugge C (1963), pag. 96; de nrs 14-18 liggen wellicht in het Proostland Speibrugge, hier samen 1.2.15 + 1.2.50!
-
voetnoot(4)
- KI. Maddens, Het uitzicht van het Brugse Vrije op het einde van de XVIe eeuw, Emulatie Brugge XCVII (1960), pag. 71. In de jaren 1588-89-90 bedroeg de bijdrage van het Proostse S. Kruis t.a.v. het totaal van het Vrije in het Transport van Vlaanderen: 12 %, 16,5 en 20,9 %!
-
voetnoot(5)
- ‘De hieronder voorkomende maten van Brugge zijn genomen uit J.L. Vandewater, Nieuwe Tafels van Reductie, Brugge 1856; 1 gemet = 300 roeden = 44,23 a; 1 lijn = 100 roeden = 14,75 a. Hierboven wordt niet gepraat over de Sint-Annaparochie, die slechts onafhankelijk werd in 1668, wel sinds 1496 een eigen kerk had, die in de beroerde tijd in 1581 werd gesloopt; ook het Carmerklooster verdween op dezelfde datum.
-
voetnoot(6)
- R. Driutius, neef van de gelijknamige bisschop van Brugge (1569-1594), was dank zij zijn oom, die in 1558 proost van de Lievevrouwkerk werd, zijn carrière daar begonnen in 1566 als kanunnik; hij was utriusque juris licentiatus. Het hierbij gevoerde proces wordt makkelijk verklaard door het feit dat het kapittel afwezig was in Sint-Omaars, 1580-1585, en de vroegere secretaris A. Barredot in aug. 1586 de boekhouding hernam; op dit ogenblik was R. Driutius reeds teruggekeerd: Rek. Kerkf. S. Donaas, 1580-1585, fol. 20v-21.
-
voetnoot(7)
- Beytlammeren zijn wijfjeslammeren; Inden Arent is in teite een cabaret net buiten de Kruispoort; blijkbaar waren de dieren op de molenwal) gelegd binnen de stadswal. Het onder nr. 20 voorkomende stuvenberch lag N.W. van Spermalie. Het nr. 3 uit dezelfde reeks betreft het Schuttershof S. Sebastiaan Brugge, op Proostland gelegen. door de schutters verlaten in 1573, verkocht in 1586 en 1591. Door dit heester tijdig te verlaten - het is nu G. Gezellemuseum - voor het Lombards Heester ontkwamen de schutters de opheffing onder het Calvinistisch Regime, wat niet het geval was met de schutters van Sint-Kruis, 200 m verde Oostelijk.
|