restant. Het betreft croezen, candelaers, een wywatervat wat de indruk geeft dat elke nieuwe bewindsman zijn eigen kroes of drinkschaal moest bezitten. Vooraanstaanden die zich voordien reeds verdienstelijk hadden gemaakt voor de stad kregen hun entrée wel helemaal cadeau.
Vooraanstaande gasten werden bedacht met b.vb. een taerge (schild?) met daarop de stadswapens; spelen van Rethorycke kregen telkens een zilveren schale (taerge?), croes ende een soutvat, vb. ghegheven deghonen die best spelen van sinnen ende esbatemente speilden binnen deser stede.. alsmen speilde upden burgh vander victorie vander Koninklycke Majesteyt (Rek. 1524-25, fol. 123).
Het aan de stad opdragen van een publicatie bracht een selveren cop op, kostprijs 9 pond 16 sch. 3 d. gr., voor J.L. Vives; het betrof zijn boucxkinne aenghaende tonderhout vanden aermen (Rek. 1525-26, fol. 115v). Ook Cornelis de Baersdorp, lijfarts van Keizer Karel, kreeg een zilveren cop (een drinkschaal of schotel) voor de opdracht van zijn Methodus artis Medicae, 1538 (Rek. 1537-38, fol. 89).
Een andere vorm van geschenk kon b.vb. een kostbare handboog zijn, geoffreerd aan Cornelis Hellin, griffier bij de Raadkamer te Gent (Rek. 1518-19, fol. 124) of 12 cappoenen en 200 appelen van oraengen geschonken aan de graaf van Gavere, Gouverneur van Vlaanderen (Rek. 1529-30, fol. 111v) of gewoon presentwijnen. Hiervoor alleen al bestond een speciaal Presentbouck waar van maand tot maand de namen voorkomen van al wie te Brugge voet aan wal zet. Zo Keizer Karel met zijn gehele stoet aan hovelingen, de hertog van Suffolk, bij herhaling de graaf van Gavere, de douaigiere van Hongherien, Mevrauwe van Savoye en duizend anderen.
Heel opmerkelijk wordt het wanneer geschenken gewoon vervangen worden door geldschenkingen: 113 + 100 pond aan de graaf van Gavere, 100 + 50 pond aan Jacob van Halewyn, 30 + 20 pond aan Charles Claeysseune, ontvanger generaal, die daarnet reeds de overige 12 cappoenen had ontvangen, naast 166 pond aan Maria van Hongarije (Rek. 24-25, fol. 125; 1525-26, fol. 120-121; 1528-29; fol. 121v; 1532-33, fol. 108).
Omgekeerd wordt bespaard op het laken dat de Wet en de pensionarissen toegestopt krijgen. Vanaf september 1532 zullen zij tevreden horen te zijn met saylaken vanwege de