juni 1459, tijdens dewelke Vrelant, die pas in 1454 lid was geworden van de Brugse St.-Jansgilde (Rekeningen 1454-1523, fol. 1v en 21v), te Brugge afwezig was. A. zelf schrijft hem overigens in die periode zowel het Speculum Salvationis, 1455, als Vie de Cathérine en Livre des privilèges du comptoir brugeois de la Hanse, 1457, toe.
In het totaal worden 46 codices aan Vrelant toegeschreven (p. 43) waarvan 17 in samenwerking gebeurden. Achterin de catalogus wordt een analyse gebracht van 72 handschriften (p. 214-312) terwijl 17 als marquantes ou significatives worden omschreven (p. 167-207).
Hij maakte livres d'heures voor zowel Filips de Goede als Karel de Stoute, 370 miniaturen in het totaal; voor Lodewijk van Gruuthuse 295 miniaturen in Le miroir Historial, opnieuw ca. 1455 met een opmerkelijke afbeelding van J. Gerson die op Brugse bron kan teruggaan (p. 32). 102 miniaturen in L'Epitre d'Othéa van Christine de Pisan, opnieuw voor Filips de Goede, vóór 1467. Die laatste opdracht voor de hertog - ook David Aubert en Jean Mielot werkten voor Filips de Goede, waren ook mensen die hij frequenteerde - bracht net als het tweede deel van de Chroniques de Hainaut, met 60 miniaturen, voldoende modellen om het kunnen van Vrelant te onderscheiden van werk van anderen, o.m. de Maitre de la vraie cronique descoce. Een bijzonder belangwekkende analyse die vrij nieuw materiaal toevoegt aan de studie van het boekwezen einde 15de eeuw. Waar A. spreekt over alleen 3 of 4 leerjongens op atelier, dachten wij dat Betkin, 1462, Maikin Robrechts, 1464, Grietkin Breyels, 1467, Adriaen de Raet, 1473, Loys Wittoen, Anselm vander Beecke, Hubert van NewCasle, 1474 (fol. 81v), Betkin Scepens en Rombout van Utrecht, 1476, tenslotte zijn eigen dochter Betkin, die vanaf 1484 zelfstandig optreedt, allen daarbinnen te situeren zijn.
A. Dewitte
B. Bousmanne, ‘Item a Guillaume Wyelant aussi enlumineur’, Willem Vrelant. Un aspect de l'enluminure dans les Pays-Bas méridionaux sous le mécénat des ducs de Bourgogne Philippe le Bon et Charles le Téméraire. Koninklijke Bibliotheek, Brepols, 1997, 390 blz., ill.