Brugse lijsecleetwevers 1440
Bankbekleding- en tapijtwerkers uit Brugge funderen in 1440 in de Brugse Salvatorkerk een 60-tal missen - alle zondagen en 16 heiligendagen - ten houctare ende voor tbeylde van onser lieven vrauwen, dewelke staet ande zuudzyde binnen der voorseider keerke van sinte salvators, anden pylaer dewelke men heet de langhe moeder gods. Dezelfde devotie bestond ook in de Lieve-Vrouwkerk en in St.-Donaas.
Er wordt gepreciseerd dat gedurende die mis zeventien lichtpunten van aandacht moeten worden aangemaakt: twee upten candelaers upten houctaer, ende noch tween keersen staende upde candelaerkins die de twee inghelen houden, neffens den houctare, ende noch dertiene keersen staende boven up de reese: zes weerszijden en één in het midden.
Bovendien willen zij dat elke zaterdag en elke O.-L.-Vrouwavond, zes keer dus, alst kolege (de prebendarissen) ute den koore compt inde voorkeerke, datmen danne het voorseyde waslicht zal houden bernende, alde wile datmen den dienst ende tsalve regina zynghen zal, tote dat kolege weder inden koor gaet; ende al ghelycx zalmen de voorseide keersen doen barnen ende lichten up alle principale hooghdaghen. Ende al dit voorseide waslicht, dat zullen wij bezoorgen (Arch. Bisdom Brugge, Fonds Sint-Salvators, 335).
Voor de Madonna beschikken zij over 9 abijten: klederen om over het beeld heen te doen, zoals ze er ook 8 hebben omme het beylde van Jheromme, verder een zwarte, witte en groene kazule metten vestemente, 4 lattoenen candelaers, een groen houctaercleet met eere beijlde van marie, eenen kilect met eene zelverinne lepelkine, etc.
A Dewitte