Streven. Vlaamse editie. Jaargang 50
(1982-1983)– [tijdschrift] Streven. Vlaamse editie– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 810]
| ||||||||||||
Gesprekken in de Sovjetunie
| ||||||||||||
Dissidenten en democratieIn hun geschiedenis van de USSR onderscheiden Michel Heller en Aleksandr Nekrich drie soorten van dissidente bewegingen in de Sovjetunie. De | ||||||||||||
[pagina 811]
| ||||||||||||
eerste wordt vertegenwoordigd door A. Solzjenitsyn, die zijn hoop stelt in de geestelijke en religieuze wedergeboorte van het Russische volk. A. Sakharov ziet de bron van alle kwaad in het nationalisme en hoopt op democratische hervormingen binnen de USSR. De reformisten tenslotte, geleid door de historische marxist, Roy Medvedev, die voorlopig in Moskou blijft publiceren, gelooft in de actie van niet-dogmatische marxisten die de intellectuele kringen beter schijnen te begrijpen dan de partij-ideologen van het Politbureau.
Sovjet-burgers: Het gaat om veel meer stromingen dan de drie die u noemt. Een intellectueel zou geen intellectueel zijn, mocht hij zich niet in zijn vrije tijd aan het schrijven zetten en dromen van een utopische wereld, die zich alleen in de verre toekomst kan verwerkelijken. Zolang men daarbij de wetten niet overtreedt, is dit ook hier toegestaan. Het Westen wekt steeds de indruk dat het hier om een dissidente massabeweging zou gaan; in werkelijkheid zijn het enkele honderden intellectuelen. Zij realiseren zich niet dat ze door hun anti-propaganda in de kaart spelen van hen die de Sovjetsamenleving niet wensen te liberaliseren. Ten tweede: waarom toch lopen westerse intellectuelen zo hoog op met Solzjenitsyns denkbeelden? Die horen toch eerder thuis in het - alles behalve democratische - tsaristische Rusland? En waarom loopt de kapitalistische bourgeois zo hoog op met Medvedevs visie: de oprichting van een democratische klassenloze maatschappij? Die wordt toch ook door de Euro-communisten bepleit? Ten derde: het Sovjetrussische volk is in de eerste plaats bekommerd om een verhoging van zijn materiële welvaart; intellectuele steekspelen blijven voorbehouden aan mensen die al wat bezit hebben vergaard. Al is het niet eervol voor om het even welk land intellectuelen te zien vertrekken, en al zal iedere staat zoveel mogelijk proberen te beletten dat waardevolle arbeidskrachten emigreren, uiteindelijk krijgen vele Sovjet-burgers een uitreisvisum. In het rijke Westen kunnen ze dan meteen vaststellen wat voor problemen daar allemaal bestaan. Maar de dissidenten die u vermeldt zijn in onze ogen landverraders die overeenkomstig onze wetten moeten worden gevonnist. Het is mogelijk dat wij teveel geloof hechten aan wat de officiële partijkranten ons dienaangaande voorhouden, maar is dat in het Westen zoveel anders?
In het Westen is er diversiteit in de publieke opinie. Ik geef toe, het beleid van de ene coalitieregering verschilt niet zo veel van dat van de andere en ook bij ons heeft de burger nog nauwelijks greep op dat beleid. | ||||||||||||
[pagina 812]
| ||||||||||||
Sovjet-burgers: De Sovjetburger verkiest continuïteit en verfoeit veelvuldige wijzigingen in de samenstelling van de regering. Hij interesseert zich meer voor een goede baan dan voor partij-ideologie, en in zijn ogen beschikt de Sovjetunie over een democratisch bestuurlijk apparaat. De bevolking kiest rechtstreeks de leden van de Opperste Sovjetraden van de vijftien republieken, evenals de leden van de ‘Opperste Raad van de USSR’, die op zijn beurt, via de ministerraad, een reële inbreng heeft in het Politbureau, het feitelijke gezagsorgaan in het land.
Maar de bevolking heeft geen enkele zeggenschap in de verkiezing van het congres van de communistische partij, noch in de samenstelling van het centraal secretariaat. Als ging het om een ontwikkelingsland, oefent de overheid bovendien een belachelijk bevoogdende invloed uit. Enkele voorbeelden: informatie over onaangename gebeurtenissen of feiten wordt de Sovjetburger onthouden (ongelukken, emigratiecijfers, armoede in de grote steden). Van het Westen krijgt hij een vals, totaal negatief beeld voorgehouden. Terwijl twintig jaar geleden Chroestsjev, tijdens zijn bezoek aan Pennsylvania, reeds verklaarde: ‘Ik heb gezien hoe de Amerikaanse arbeider leeft, hij leeft goed’, gelooft men hier nog steeds dat onze werknemers uitgebuit worden. Zelf maakte ik het mee hoe een onschuldige film als de Palma's Obsession gekarakteriseerd werd als tekenend voor de ‘rotheid van het kapitalisme’. De minder fraaie trekken van de Sovjetsamenleving, prostitutie, alcoholisme, racisme, onverschilligheid, zwarte markt en corruptie - beschouwt men, ironisch genoeg, als overblijfselen van het tsaristisch tijdperk, door vreemdelingen in stand gehouden. Er heerst hier bovendien een uitgesproken klassensysteem; niettegenstaande de grote opzichtigheid waarmee het aan de dag treedt, schijnt de gemiddelde burger zich daarvan niet bewust te zijn. De ‘beriozka's’ (winkels voor buitenlandse valuta) met hun bewakers, de speciale rijstroken voor de wagens van de partijbonzen, de voorkeurbehandeling waarvan buitenlanders genieten...: niet alleen in een kapitalistische maatschappij zijn er eerste en tweede klasse-mensen. Tot de eerste categorie, de zgn. ‘nomenklatoera’, behoort de 7% van de bevolking die lid zijn van de Partij. Zo'n militant is in het algemeen jonger, beter opgeleid, stedelijker dan de gemiddelde burger. T.o.v. tien jaar geleden is de levensstandaard er beslist op vooruitgegaan, maar de lonen liggen toch nog steeds een flink stuk onder het modale inkomen van een westerse arbeider (gemiddeld maandloon in de industrie omgerekend 13.000 fr., in de landbouw 10.000). Een Russische arbeider werkt 41 uur in de week, heeft jaarlijks slechts 14 dagen vakantie. Werkloosheidsvergoeding bestaat niet; het motto luidt: iedereen heeft werk. De | ||||||||||||
[pagina 813]
| ||||||||||||
pensioengerechtigde leeftijd ligt 5 jaar lager dan bij ons, en de kosten voor huur, onderwijs en medische verzorging bedragen slechts een kleine fractie (12%) van het te besteden inkomen. Maar de prijzen van andere goederen en diensten liggen gevoelig hoger dan in het Westen. Mijn vraag is dus, of de gewone Sovjetburger zijn situatie niet gaat vergelijken met die van de fortuinlijke elite, of met die van de Westeuropese, zelfs de Oosteuropese man in de straat? Ten tweede: heeft deze achterstand t.o.v. het Westen niet veel te maken met het feit dat een inefficiënte staatsambtenarij met alle geweld landbouw en industrie wil besturen? | ||||||||||||
Industrie en landbouwSovjet-burgers: De Oktoberrevolutie greep plaats in een land dat zowel op landbouwgebied als industrieel onderontwikkeld was. Niet de spanningen in de economische onderbouw hadden tot de revolutie geleid, wel moest de doctrine een nieuwe samenleving creëren. Met zijn zin voor realiteit paste Lenin dus de traditionele marxistische theorie aan. De nieuwe maatschappij zou er anders uitzien dan de Westerse, want in deze laatste heeft een beperkt aantal individuen en concerns de macht over anderen en verliest de bevolking haar economische vrijheid. Produktiemiddelen dienden te worden gecollectiviseerd, het politiek-economisch bewind zou rechtstreeks in de handen van het volk worden gelegd. Met dit doel voor ogen ontwikkelde de Sovjetunie zich nog in geen vijftig jaar tijd tot de tweede belangrijkste industriële en militaire mogendheid ter wereld, ook op het gebied van de ruimtevaart heeft ze uitzonderlijke prestaties geleverd. Wel heeft het te lang geduurd voor men zich om de verhoging van de levensstandaard van de individuele burger ging bekommeren, al werden de collectieve voorzieningen op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs beter uitgebouwd dan b.v. in de VS. Omdat wij ook wel eens westerse kranten lezen of BBC-programma's beluisteren, zijn wij ons hiervan in toenemende mate bewust geworden. De Sovjet-industrie bestaat uit twee deelsectoren, A en B. De eerste omvat de produktie van investeringsgoederen; de tweede, verbruiksgoederen in de strikte zin. Sinds het begin van de jaren twintig beheerst het zgn. A/B-debat de discussies binnen het Politbureau, en een essentiële wet van de zgn. stalinistische economie bepaalt dat de produktie van sector A, zowel in absolute waarde als qua groeiritme, de produktie van sector B overtreffen moet. Enerzijds kon dank zij de regelmatige expansie van het bruto sociaal produkt de output van consumptiegoederen toenemen, wat de ver- | ||||||||||||
[pagina 814]
| ||||||||||||
betering van het welvaartspeil van de modale Sovjetburger verklaart, anderzijds hielden Stalins opvolgers strikt de hand aan de bovenvermelde wet, zodat anno 1982 sector A nog steeds 75% van de produktie voor zijn rekening neemt. Gevolg hiervan is dat luxegoederen alleen tegen hoge prijzen verkrijgbaar zijn; kan overigens iedere westerling zich om het even welk luxegoed aanschaffen? Wat het laatste deel van uw vraag betreft, de ondernemingen hoeven niet langer bepaalde contingenten aan de overheid te leveren; wat voortaan telt zijn verkopen en winsten (het verschil tussen opbrengst en kosten; deze laatste omvatten ook een vergoeding voor het ingezette kapitaal). Met zijn winstaandeel dat het mag houden, legt een bedrijf fondsen aan ter financiering van socio-culturele activiteiten en investeringen, alsook voor aanmoediging van de wedijver tussen arbeiders.
Uit vrees voor het ontstaan van surplus-koopkracht, bepaalt de overheid autoritair de prijzen, en de onderneming is niet vrij wat betreft investeringen en lokalisatie. Hier ligt wellicht het belangrijkste probleem waarmee de Sovjetindustrie in de toekomst te kampen zal krijgen: de grootste potentiële rijkdom zowel aan mankracht als aan grondstoffen en energie is te vinden in Aziatisch Rusland, terwijl de industriële kern zich nog steeds concentreert in het westen van het land, gebied op de koop toe gekenmerkt door een weinig mobiele arbeidsbevolking (traditionele reservebronnen - tewerkstelling van vrouwen en landbouwers - geraken uitgeput en bestaande industrieën houden een aantal extrawerknemers in dienst, om aan hun leveringsverplichtingen te kunnen voldoen). Om dit economisch deel van ons gesprek af te ronden zou ik even in willen gaan op het probleem van de landbouw. Iedere bezoeker merkt onmiddellijk dat de USSR met grote moeilijkheden te kampen heeft op het gebied van voedselbevoorrading. Hiervan getuigen niet alleen de erbarmelijke kwaliteit van wat je in hotels te eten krijgt, of de lange rij wachtenden voor voedingszaken, maar ook het feit dat b.v. deze maand in Aziatisch Rusland duidelijk een overvloed aan vers fruit is, terwijl er in Moskou praktisch geen te krijgen is. Nu wil ik wel geloven dat het gebrek aan moderne uitrusting (machines, kunstmest) een van de factoren is die het verschil in produktiviteit tussen de Amerikaanse en de Russische landbouwer kan verklaren: de eerste produceert voedsel voor 47 personen, de laatste voor 11; en bio-klimatologisch gezien bedraagt het potentieel aan landbouwgrond hier slechts de helft van het westerse. Maar dit neemt m.i. niet weg, dat men de landbouwproduktie beter zou trachten op te voeren door verhoging van de inkomens van de boeren, dan door het artificieel laag houden van prijzen, via overheids- | ||||||||||||
[pagina 815]
| ||||||||||||
subsidiëring. Ik begrijp wel dat een verregaande, overigens psychologisch onverteerbare decollectivisering tot een grote versnippering van het territorium in inproduktieve kleine arealen zou leiden...
Sovjet-burgers: ... en tot frequent voorkomende perioden van hongersnood, zoals men die onder het tsaristisch regime gekend heeft. Het is juist dat Stalins politiek de massale trek van boeren naar de steden veroorzaakt heeft; onze nieuwe leiders trachten echter deze tendens tegen te werken, en op het Congres van het Centraal Comité, in maart 1965, werden hiertoe de basisprincipes vastgelegd. Voortaan ontvingen de collectieve boerderijen hogere prijzen voor hun produkten, de te leveren contingenten werden realistischer berekend, restricties op het privé-bezit versoepeld. Verder zou men streven naar toename van investeringen, uitbouw van de mechanisering, specialisering en cultivering van braakliggende gronden in Kazakhstan. Alle landbouwers kregen hetzelfde loon als de leden van de staatsboerderijen. Men mag tenslotte niet vergeten dat in de landbouw 24 miljoen mensen zijn tewerkgesteld (waarvan ongeveer de helft in sovchozen), en dat de infrastructuur slechts langzaam kan worden uitgebouwd. Terwijl de meeste kolchozen en sovchozen met de steden werden verbonden, geldt hetzelfde niet voor de afzonderlijke boerderijen binnen elk dezer centra. De gemiddeld af te leggen weg bedraagt 1.000 km en vanzelfsprekend bepalen de hiermee verbonden opslag- en transportkosten de prijs van het eindprodukt. | ||||||||||||
Het nationaliteitenprobleemIn wat volgt wil ik ingaan op het probleem van de zgn. collectieve dissidentie. In haar boek L'empire éclaté beweert H. Carrère d'Encausse dat het centraal gezag in de USSR, die in feite uit meer dan 100 verschillende naties bestaat (naar het woord van de Gaulle ‘de laatst overgebleven koloniale mogendheid ter wereld’), met toenemende desintegratietendensen zal worden geconfronteerd. In niet-Russische gebieden als Oekraïne, de Baltische en Kaukasische republieken hoorde men recent eisen voor meer zelfbestuur; in joodse en Tartaarse territoria is reeds geruime tijd sprake van agitatie; misschien het belangrijkst van al: in een tijd van toenemend islamitisch bewustzijn grijpt een explosieve bevolkingsaangroei plaats in Centraal-Azië, in de republieken aan de Iraanse of Afghaanse grensGa naar voetnoot1. | ||||||||||||
[pagina 816]
| ||||||||||||
Sovjet-burgers: Iedere staat die verschillende naties huisvest, kampt vroeg of laat met secessieproblemen. Denk aan de VS, India, Joegoslavië of België. De westerse media benaderen echter ook deze problematiek zeer eenzijdig, en weten blijkbaar niet dat het politieke apparaat van de USSR ingenieus werd uitgebouwd. Zo bezit in elke republiek de tweede secretaris van de Partij de Russische nationaliteit; hetzelfde geldt voor het hoofd van de plaatselijke KGB-afdeling en voor de bevelhebber van de militaire streek. Daarentegen is de eerste secretaris afkomstig uit de deelrepubliek, maar hij ontleent zijn macht aan het Politbureau. Europees Rusland investeert nog steeds massale geldsommen in de overige gebieden, die in feite een zware last betekenen voor zijn begroting. De economische ontwikkeling van de deelstaten gaat de centrale overheid dus zeer ter harte, en wanneer we de levensstandaard vergelijken van b.v. Oezbeken, Kirgiezen en Moldaviërs met die van de inwoners in de Arabische buurlanden, dan is hier een merkwaardige vooruitgang te constateren. Sovjet-burgers hoeven zich tenslotte niet als ‘Russen’ te gedragen, wel als loyale onderdanen van de USSR.
Een van de vrijheden die het Westen altijd met hart en ziel verdedigd heeft is die van godsdienst. Geen staat ter wereld heeft dit fundamentele mensenrecht zo met de voeten getreden als de Sovjetunie. De staat waakt exclusief over de opvoeding van de kinderen; de propaganda is atheïstisch; kerken en moskeeën werden gesloten.
Sovjet-burgers: In ons land bestaan nog zo'n 7.000 kerken, 300 moskeeën, 3 seminaries (Odessa, Moskou, Leningrad) en 2 academies (Moskou, Leningrad) voor de vorming van geestelijken, verder nog 2 medersas (Boukhara en Tasjkent). De staat controleert zorgvuldig deze instellingen, omdat in het verleden, bij herhaling, bleek dat priesters of mullahs deelnamen aan door de wet verboden activiteiten. Ook genieten eerstgenoemden van geen enkel privilege: zij moeten een normale job hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. In ruimer perspectief: de USSR wil een nieuw revolutionair mensbeeld creëren, terwijl de orthodoxe kerk zich steeds aan de zijde van onze vijanden plaatste. De partij vervult een leidinggevende opdracht en Lenin is onze Allerhoogste. Een voorbeeld: daarstraks zagen we hoe pas gehuwden bloemen neerlegden aan het monument van de gesneuvelden, niet ver van Lenins mausoleum. Beide gedenkplaatsen symboliseren de opoffering van miljoenen mensen die hun leven verloren in de strijd voor de opbouw van een rechtvaardiger samenleving, tégen de verdrukking van tsaar én kerk. Onze mensen zijn, in tegenstelling tot de | ||||||||||||
[pagina 817]
| ||||||||||||
Poolse b.v., helemaal niet godsdienstig van nature en, al spijt het me het u te moeten zeggen, de westerlingen geven ons helemaal geen inspirerend voorbeeld. Handelen zij dan volgens de geest van het evangelie? Wat de moslimbevolking betreft, in grote mate is ook zij ongelovig en met de mullahs sloot de regering bijzondere akkoorden af. Tijdens de werkuren mag men niet ritueel bidden, de ramadan mag niet worden onderhouden, aalmoezen kan men alleen in de moskee geven. Aan de moslimfeestdagen geeft de overheid een socialistische inhoud. | ||||||||||||
Buitenlandse politiekOver Polen gesproken, u zult toch wel weten dat de evolutie daar ons grote zorgen baart. In de voorbije 150 jaar is dit land vier keer verdeeld, en het Poolse volk heeft onnoemlijk zwaar geleden onder de bezetting van Hitlers en Stalins troepen. Een westers georiënteerde natie verwerpt het door Moskou gepropageerde communisme, toch poogt uw regering zich te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van dat land. Wel diplomatischer dan voorheen in Hongarije (1956) of Tsjechoslovakije (1968), maar de onrechtvaardigheid is er niet geringer om.
Sovjet-burgers: Imperialistische en westersgezinde kringen inspireerden de actie van ‘Solidariteit’ en bedrogen de goedgelovige Polen, die niet begrepen dat een communistisch regime uiteraard gericht is op de verdediging van de belangen der arbeiders. M.a.w. in volksdemocratieën behoeven werknemers geen onafhankelijke vakverenigingen te bezitten, ze weten dat alle officiële organen voor hen optreden (partij, Komsomol, officieel syndicaat). Het gaat er bovendien niet zozeer om wat voor regime Polen heeft, essentieel lijkt het ons dat het tot de Sovjetrussische invloedssfeer blijft behoren, zoals overeengekomen op de conferentie van Jalta (februari 1945). Dit soort politiek wordt ook gevoerd door de VS. Ook zij komen tussenbeide, telkens wanneer ze oordelen dat democratisch verkozen regimes in landen die tot hun invloedssfeer behoren, sympathie beginnen te koesteren voor Moskou, en zogezegd hun belangen schaden (Guatemala 1954, Cuba 1961, de Dominicaanse Republiek 1965, Chili 1973). Hoe kijkt U aan tegen de militaire steun die de NAVO aan de Middellandse Zee-dictaturen betuigde? Nu maakt Reagan zich druk over de rechten van Poolse vakbondsmilitanten, maar hij zwijgt over de massaprocessen tegen hun kameraden in NAVO-lidstaat Turkije. | ||||||||||||
[pagina 818]
| ||||||||||||
Inderdaad, de grote mogendheden voeren geen nucleaire oorlog, maar verdelen de wereld in invloedssferen, zoals de Viervoudige Alliantie dat een eeuw vroeger deed. Iemand als Kissinger was voor Moskou de ideale onderhandelingspartner: Europa verdedigt alleen regionale belangen, en ontwikkelingslanden zijn enkel nuttig als bevoorradingsbron voor grondstoffen. Wat het begrip ‘ontspanning’ betreft, meen ik echter een contradictie in de Amerikaanse en de Sovjetrussische visie te onderkennen. Volgens Kissinger en Nixon betekende ‘détente’ de bevriezing van de respectieve invloedssferen in een wereld beheerst door de VS. Aan een kernoorlog verbonden risico en kosten zouden gevoelig verminderen, en de westerse economieën zouden nieuwe afzetmarkten verwerven in het oostblok (het kapitalistisch systeem had dringend behoefte aan nieuwe produktieve injecties). Moskou interpreteerde de ‘détente’ echter op een andere manier. In Europa werd de Jalta-verdeling bestendigd, maar in de Derde Wereld zouden de ideologische strijd en de poging om de Sovjet-invloed uit te breiden voortgaan. Op die manier moest de ontspanningspolitiek vroeg of laat op een mislukking uitlopen, zij het door de mensenrechtenpolitiek van president Carter of het zgn. Jackson-Vanick-amendement m.b.t. de emigratie van Russische joden, zij het door de Cubaanse steun aan het Angolese of Ethiopische regime. Uw land benadert overigens de internationale betrekkingen op een relatief simplistische manier. Alsof b.v. de van Russische steun genietende bevrijdingsbeweging ipso facto diegene is die het best de ‘revolutionaire’ belangen van het volk dient...
Sovjet-burgers: Als westerling schijnt u de specifieke ideologische eigenheid van de Sovjetpolitiek te onderschatten. Reeds ten tijde van de Oktoberrevolutie werd de basis gelegd voor wat men later Koude Oorlog zou gaan heten. Op het Amerikaanse continent bestond sedert 1776 een nieuw samenlevingsmodel, dat weliswaar van een vooruitstrevender karakter getuigde dan het Europese ‘Ancien Régime’, maar waar de wet van het individuele bezit als hoogste goed bleef gelden, met een beloning voor de persoonlijke innovatiekracht, ook al gaat dit ten koste van de economisch zwakkeren. In 1917 vond een ander soort omwenteling plaats: de USSR zou streven naar een coöperatieve maatschappij, gebaseerd op strikte gelijkheid. Het buitenlands beleid van zijn land zag Lenin daarom in twee parallelle richtingen evolueren: 1. Zonder dat afgestapt werd van het principe ‘dictatuur van het proletariaat’, zou de USSR met het Westen vredesverdragen ondertekenen. Lenin beloofde steun aan de arbeidersklasse van de geïndustrialiseerde staten in | ||||||||||||
[pagina 819]
| ||||||||||||
haar strijd tegen de kapitalistische bourgeoisie. Hulp die uiteindelijk gericht was op de vestiging van een wereldomvattende communistische maatschappijorde. Deze dreiging was de reden waarom na 1918 het Westen steun bleef verlenen aan de ‘Mensjewieken’, waarom de USSR uitgesloten werd van de Parijse vredesbesprekingen (1919) en waarom de Fransen en de Britten aanvankelijk Hitlers leger in oostelijke richting trachtten te stuwen (1939). 2. De USSR zou alle bevrijdingsbewegingen helpen die zich in de koloniën met geweld verzetten tegen de westerse onderdrukking (cfr. de verklaring van het Cominterncongres van de ‘oosterse verdrukte volkeren’ te Baku, 1920)...
In dit verband geloof ik dat uw land voor een fundamenteel dilemma staat. Moet de USSR eerst haar militair-industriële macht consolideren (Stalin), en dus bijstand geven aan reactionaire regimes, in de hoop op deze wijze aan invloed te winnen? Of dient zij van meet af aan de wereldrevolutie uit te dragen, m.a.w. weigeren samen te werken met traditioneelfeodale regeringen (Trotzky), zodat pas veel later, via steun aan de lokale communistische partijen, in die landen naar de macht kan worden gegrepen? Dat beide strategieën niet helemaal zonder risico zijn, ondervond het Kremlin b.v. in het Nabije Oosten. Eigenaardig in deze evolutie lijkt me het feit dat de VS een aantal leiders van Derde Wereld-staten beschouwden als ‘lakeien van Moskou’, terwijl zij alleen maar opkwamen voor de ongebondenheid van hun land. Dit brengt ons tot een belangrijk conflictdossier dat hedentendage de internationale publieke opinie beroert: Afghanistan.
Sovjet-burgers: Beginnen we met een overzicht van de feiten. Tot 17 juli 1973 heerst in deze aan onze zuidergrens gelegen staat de Moskou-gezinde vorst Zahir Shah. Op 27 april 1978 komt een vleugel van de Democratische Volkspartij aan de macht, onder leiding van Mohammed Taraki, weldra opgevolgd door de bloeddorstige Hafizullah Amin. Eerste misrekening van het Politbureau: een poging tot verwijdering van Amin slaagt niet en het land zoekt toenadering tot China. Tweede flater: het Politbureau brengt de andere vleugel van de Democratische Volkspartij aan de macht (de Parcham onder leiding van Babrak Karmal) maar mislukt in een poging tot verzoening tussen de twee fracties; de Sovjetunie is aldus gedwongen militair tussenbeide te komen, wat meteen een gewapend verzet in het leven roept. De westerse media vertekenen de informatie over de strijd tegen deze ‘Modjaheddin’, terwijl het ware probleem zich elders situeert: de verslechtering van het imago van de USSR, vooral dan in de | ||||||||||||
[pagina 820]
| ||||||||||||
Arabische landen en in India. Mochten de buurlanden en de VS zich er echter toe verbinden hun steun aan de rebellen stop te zetten, dan behoort neutralisering van Afghanistan tot de mogelijkheden en is het Kremlin bereid zijn troepen terug te trekken. In geen geval mogen de verwezenlijkingen van de revolutie gevaar lopen.
Tot Afghanistans buurlanden behoort China. Toen ik daar twee jaar geleden op bezoek was, kwam ik nogal onder de indruk van de anti-Sovjetgezindheid die er heerstGa naar voetnoot2. Nu stuurt de USSR blijkbaar aan op een toenadering en de Chinezen schijnen deze pogingen te waarderen. Al lijkt de kwestie - Taïwan, alsook het gebrek aan westerse toegeeflijkheid op commercieel gebied in dit proces mee te spelen. Degraderen de twee overige mogendheden de Sovjetunie tot diplomatieke pion in hun bilateraal schaakspel?
Sovjet-burgers: Gezien de veranderlijkheid en instabiliteit van het regime lijken voorspellingen inzake het Chinese buitenlands beleid riskant. De USSR vraagt niet beter dan de betrekkingen met Peking te normaliseren, maar China probeert zowel in de Derde Wereld als binnen de machtsdriehoek met Washington druk op ons uit te oefenen. Alleen in de verbeelding van enkele Chinese leiders bestaat er een zgn. bedreiging vanuit het noorden of een omsingeling door in Viëtnam, Mongolië en Afghanistan gelegerde Sovjet-divisies. Onze defensie zou de massale aanwezigheid van zulke troepen noodzakelijk maken, want China's agressiviteit blijkt wel uit het verleden en op de koop toe wenst het nu een militaire alliantie te vormen met de NAVO. Het zgn. Chinees - Sovjetrussisch conflict mist elke ideologische of territoriale basis, maar is alleen het gevolg van Pekings streven naar hegemonie in het Verre Oosten. Als het Westen overgaat tot de ondertekening van militaire verdragen met de Volksrepubliek, speelt het hoog spel.
Daarstraks vermeldde u Solidariteit. U onderschat de reële aanhang die deze beweging nog steeds kent in het Poolse volk. Zo zijn er in het Westen ook mensen die Moskou betichten van financiële steun aan de vredesbewegingen, terwijl deze m.i. eveneens de mening van brede bevolkingslagen vertolken. Een dergelijke beweging lijkt mij in een dictatoriale staat als de | ||||||||||||
[pagina 821]
| ||||||||||||
USSR onmogelijk. Behoort uw jeugd niet tot de zgn. Pioniers, een soort paramilitaire organisatie met sterk nationalistische inslag, waarvan de leden de wacht optrekken bij oorlogsmonumenten, in uniform én met geweer in de aanslag? En een nog belangrijker vraag: ontkent u dat de USSR met een jaarlijks budget van 17 miljard roebel een militair apparaat in stand houdt dat de behoeften van een normale verdedigingscapaciteit ver overtreft? Gelet op Washingtons rijkdom aan grondstoffen, technologie en mankracht weet het Kremlin bij voorbaat dat het de bewapeningswedloop niet kan winnen. Vandaar zijn pogingen de respectieve kernarsenalen op het huidige peil te bevriezen, vandaar ook het zaaien van tweedracht tussen de VS en hun Europese bondgenoten....
Sovjet-burgers: Het Westen mag nooit vergeten dat de Sovjet-burger zich bedreigd voelt, met name door het Europese integratieproces, en vooral door de alliantie van de VS met de DBR. Werd in het verleden zijn territorium niet bij herhaling aangevallen vanuit het westen? Stierven tijdens de Tweede Wereldoorlog geen 20 miljoen Russen? Kwamen de VS er o.a. in het zgn. ‘NSC 68’-document niet voor uit dat ze de Sovjetunie wilden dwingen deel te nemen aan de bewapeningswedloop, zodat ons economisch systeem ineen zou storten en onze bevolking in opstand komen? Liepen de VS in de hele na-oorlogse periode niet steeds voorop bij de produktie van steeds meer gesofisticeerd wapentuig? En hoe moeten we hun embargo's op graan- en technologieleveringen en hun bewapenings-budget van 157,5 miljard dollar (1981) interpreteren? Uit al deze feiten besluiten wij dat de VS nog steeds een zondebok zoeken om hun interne economische en politieke problemen op te lossen, en de meningsverschillen binnen de NAVO uit de wereld te helpen. West-Europa daarentegen hoeft zich geen zorgen te maken over de intenties van zijn grote buurstaat. Dank zij levering van moderne technologie en het opzetten van gemeenschappelijke projecten (b.v. de Siberische aardgaspijpleiding) zal de USSR zich verder ontwikkelen tot een industriële natie waarvan de bewapenings-inspanning alleen een defensief karakter bezit. | ||||||||||||
BesluitZes maanden na een kort verblijf in Europees en Aziatisch Rusland valt het me nog steeds moeilijk een rode draad te vinden in de veelheid van indrukken en waarnemingen. De USSR blijft een moeilijk te vatten entiteit. Vandaar slechts drie voorlopige conclusies. | ||||||||||||
[pagina 822]
| ||||||||||||
| ||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||
[pagina 823]
| ||||||||||||
|