Hoognodige Gronden der Aardrykskunde, voor Kinderen. Verdeeld in vier en twintig korte Lessen. In 't Fransch en 't Nederduitsch tegen over elkander. Te Amsterdam by J.B. Elwe, 1780. In octavo 44 bladz.
Geograpisch Zakboekje voor Neêrlands Jeugd; en verhandeling over de Globe. Te Leyden by F. de Does, P.Z. 1780. In octavo 110 bladz.

Men heeft al voorlange opgemerkt, dat de Aardrykskunde, welker beoefening, buiten tegenspraak te gelyk aangenaam en nuttig is, onder die onderwerpen behoort, welker grondbeginselen men der Jeugd al vroeg met vrugt kan inboezemen; nadien het daar in te geeven onderwys grootlyks gaat over zaaken, die inzonderheid tot het geheugen betrekkelyk zyn; 't welk, op eene voor de Jeugd niet ongevallige manier, versterkt wordt, door 't nazien der afgebeelde Landen, op daar toe wel ingerigte en zindelyk gekoleurde Kaarten. 't Is uit dien hoofde ook, dat veelen meermaals bedagt geweest zyn, om deeze en geene onderrigtingen daar toe aan de hand te geeven, ten einde denzulken, dien het onderwys der Jeugd aanbevolen is, daarin behulpzaam te zyn; waarvan zig de zodanigen, daar ze verschillend opgesteld zyn, naar hunnen eigen byzonderen smaak, en de onderscheiden vatbaarheid hunner Leerlingen, met oordeel een goed gebruik kunnen maaken. Tot dit slag van Leerschriften nu heeft men de twee hier opgenoemde Aardrykskundige Stukjes mede te brengen; als welken, ieder in zyne soort, indiervoege opgesteld zyn, dat een kundig Onderwyzer 'er zig op eene nutte manier van kunne bedienen. - Het eerste behelst eenvoudig de algemeene denkbeelden der Aardrykskunde, in vier- en twintig korte Lessen; waarvan men, zelfs by manier van uitspanning, gebruik zou kunnen maaken, om een Kind, zo dra het slegts eenigzins vatbaar is voor aaneengeschakelde kundigheden, een oppervlakkig denkbeeld van 't beloop der Aardrykskunde onuitwischbaar in te prenten. - En het tweede, of het Geographisch Zakboekje, waarin alles, wat tot het weezenlyke der Aardrykskunde behoort, voor zo verre zulks in 't onderwys der Jeugd valt, klaar en beknopt wordt voorgedraagen, kan insgelyks dienen, om dezulken, die wat verder in jaaren gevorderd zyn, eene handleiding te verleenen, waardoor ze in staat gesteld

worden, om de beoefening der Aardrykskunde, indien dezelve hun byzonder behaagt, op eene geregelde wyze verder voort te zetten. - Als Oordeelkundige Onderwyzers van zulk soort van Schrifien, met in agtneeming van de mindere of meerdere vathaarheid, mitsgaders de geschiktheid hunner Leerlingen, gebruik maaken, kunnen ze zig een vry gunstigen uitsag van hunne poogingen belooven. Veelligt zou men hen, met betrekking tot dit onderwerp, niet ongegrond mogen raaden, dat zy deeze hunne onderwyzing nu en dan verleevendigden, met het bybrengen van etlyke aanmerkelyke voorvallen in die Gewesten, naar de vatbaarheid hunner Leerlingen, om derzelver aandagt des te meer te vestigen; en hen tevens trapswyze smaak te doen krygen in de Historiekunde; om die voorts met de beoefening der Aardrykskunde te paaren.