nog niets gedaan. Tot nu toe meende men, dat deze teksten in de volkstalen allemaal uit het Latijn vertaald waren. Dat blijkt nu echter alleen voor de jongere helft het geval. Al de oudere teksten hebben van huis uit niets met de Latijnsche P. en Q. families te maken; toonen duidelijk allerlei prae P.Q. varianten, hebben soms opvallende gelijkenissen met den Latijnschen O.tekst, maar komen vooral duidelijk in een heele groep prae-Latijnsche varianten overeen. Van de oude Fransche leekeredactie ‘De l'internelle Consolation’ wist men eigenlijk al lang, dat deze niet van de Latijnsche editie afstamde. Welnu, dit leeke-karakter vinden we nu in een reeks Latijnsche P. en O. teksten terug. Bij verder onderzoek blijken nu zeker een achttal der oudste volkstaalteksten: twee Fransche, twee Italiaansche, een Deensche, een Nederduitsche en twee Hoogduitsche, niet vertaald naar het Latijn, maar naar het Nederlandsch. Bijna al de Prae-P.Q. varianten en nog vele andere plaatsen zijn evidente Nederlandsche woorden of constructies. Bovendien blijken de twee oudste Nederlandsche tekstfamilies de α-groep (waartoe de Windesheimsche codex behoort) en de
-groep (waartoe de Schottenkloostertekst behoort) weliswaar respectievelijk naar een Latijnschen Q. en P. tekst gecorrigeerd, maar op tal van plaatsen den oudsten Nederlandschen grondtekst te hebben bewaard. En speciaal van het eerste caput hebben wij in het Handschrift Kieckens nog den heelen oertekst zoo goed als ongedeerd.
Er is dus geweest een Nederlandsche oertekst X met specifiek Nederlandsche varianten, die in geen enkele vertaling zijn overgenomen. Daarop volgt een, als ik het zoo mag zeggen: internationale Z-tekst, die al gelaïciseerd is, met vele prae-Latijnsche en uit het Nederlandsch overgenomen varianten. Naar dezen Z-tekst is de oudste Latijnsche O. tekst bewerkt, met z'n prae-P.Q. varianten. Uit dezen O. tekst maakten de Karthuizers den P. tekst. En dien P. tekst werkten eerst Jan van Schoonhoven en later Thomas à Kempis om tot den Q. tekst van den autograaf.
Is er nu in Munnikhuizen of in den verderen kring van Aeger Van Calcar een Karthuizer te vinden, die naast een intens religieus leven ook heele sterke leeken-tendenzen had? Iemand, wiens levenservaringen in wereldliefde en bekeering, in wetenschap en wereldverachting, in Jesus- navolging en verstorvenheid eenigszins met den inhoud van dit boek overeenkomen?