Hedendaagse poezie en muziek
Producer Lucien Goethals
Een presentatievorm vinden waarin poëzie en muziek beide tot hun recht komen is vandaag niet gemakkelijk. Ofwel komt de poëzie op het voorplan te staan en wordt de muziek als louter begeleiding aangewend, ofwel wordt de poëzie getoonzet wat voor deze laatste het verlies van haar oorspronkelijk karakter meebrengt. In beide gevallen wordt de ene kunstvorm aan de andere ondergeschikt. Om dit te vermijden hebben wij een reeks avonden ingericht waarop poëzie en muziek als volwaardige partners naast elkaar zouden staan. Dus geen begeleidingsmuziek noch getoonzette poëzie. Aan vier dichters werd gevraagd om bij de uit te voeren muziekstukken een poëtische interpretatie te schrijven die dan op de avond zelf, hetzij vóór, hetzij na de uitvoering van het muziekstuk, zou worden voorgedragen. De bedoeling was om aldus tot een reeks poëtische transposities te komen van muzikale indrukken. Het had als gevolg dat de dichters opnieuw wat dichter kwamen te staan bij de muziek, en dat de musicus ging beseffen dat poëzie ook klinkt.
Er is een tijd geweest, zeer lang geleden, dat poëzie en muziek één waren. De dichter zong. Het gedicht moest klinken. De poëtische gedachte moest trillend door de lucht gaan vooraleer het menselijk oor te bereiken. Men kende toen niet goed het verschil tussen poëzie en muziek, en dat was ook niet nodig. Vandaag echter zijn het twee onafhankelijk van elkaar geëvolueerde kunstvormen. Nochtans zijn poëzie en muziek, ook nu nog, twee kunstvormen die meer dan één gemeenschappelijke faktor bezitten. Beide gebruiken de tijd als medium, en beide maken gebruik van de klank als materiaal. Het zijn kunstvormen van het na elkaar presenteren van de dingen. Tijdskunsten.