Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Ernest Staas

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,72 MB)

ebook (3,39 MB)

XML (0,56 MB)

tekstbestand






Genre
proza

Subgenre
schetsen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Ernest Staas

(1874)–Anton Bergmann

Schetsen en beelden


Vorige Volgende
[p. 206]

VII.
De stemming.

De reeds verliefde jongen belooft zich intusschen de gunst van het mooi meisje te winnen door de Godesbergsche partij krachtdadig te ondersteunen. Naar ons docht, kon het voorstel-Othilie geenen twijfel lijden, toen op den gegeven dag de Berlijnsche professor met een ander reisplan, en wel naar de Laachersee te voorschijn kwam.

‘Van al de omstreken van den Rijn,’ zegde hij, ‘is de Laachersee een der merkwaardigste punten. 't Is een meer ontstaan in den mond van eenen uitgebranden vuurberg. Onderaardsche bronnen leveren het water, dat winter en zomer bijna dezelfde warmte behoudt, nooit toevriest en de belangrijkste geologische vraagpunten in 't leven roept.’

Fräulein Othilie, door Edward geholpen, pleitte welsprekend voor Godesberg - zij had haar nieuw hoedje reeds op, en het blauw parasoltje al in de hand. Mevrouw Stuyp, die in den halven rouw ging, en eene gelegenheid zocht om een zwart-wit toiletje, waar zij veel van verwachtte, voor te brengen, voegde zich bij ons.

‘De natuur is toch indrukwekkender dan eenige villa's of tuinen,’ sprak daarentegen de Frau Justitieräthinn, en zij vonniste, dat het beter was Gods werk te bewonderen, hetwelk het hart tot den hemel verheft, dan al de valsche praal en al de ijdele pracht der wereld.

Alleen de twee zusterkens hadden zich nog niet geuit. Van hare stemmen ging alles afhangen. Othilie had haren zijden mantel reeds helpen omhangen. Hier gelijk bij alle kiezingen moesten de twijfelaar's 't meest in 't oog gehouden worden.

Zij stonden van ter zijde Neef Dietrich aan te staren, die intusschen een deuntje op het raam trommelde. ‘Gnädige

[p. 207]

Schwester,’ zegt de oudste, ‘zouden wij de reis durven wagen voor hem?’

Gnädige Schwester schudde bedenkelijk het hoofd.

‘Heeft u hem niet hooren hoesten dezen nacht?’

‘Dat eigenlijk niet,’ antwoordde de jongere, ‘maar ik mag toch niet verzwijgen, dat ik hem driemaal heb hooren niezen; doch toen ik op zijne kamer kwam, was alles weder stil, de adem rustig en de pols regelmatig.’

‘Kom, 't zal den jongen goed doen wat geschud te worden,’ bracht de Duitsche professor in.

‘Dit is ook mijne gedachte,’ pinkte de gastheer.

‘Meent gij het waarlijk, Herr Doctor?’ vroegen de tantjes.

En daar Herr Doctor, die alle morgen den dikken Dietrich moest polsen, voelen en ausculteeren, verzekerde, dat men zonder vrees mocht wezen, besloten de gezusters door twee zulke eerbiedwaardige autoriteiten gesterkt, deel te nemen aan de reis.

Alleen het punt: waarheen? bleef nog te beslissen, en daar herbegon de strijd tusschen de twee moeitjes wat eigenlijk het best zou wezen voor hem: het landelijk schoon of de wereldsche weelde, de natuur of de kunst, Laachersee of Godesberg?

Maar toen zij vernamen, dat men voor Godesberg twee uren moest varen op den Rijn in een klein schuitje, stemden zij eenparig voor het plan van den professor.

Het stond gelijk - vier stemmen tegen vier.

Dietrich had nog de zijne en kon beslissen. Wij vroegen aan de tantjes de toelating om, met voorzichtigheid en zonder nerven-storing, de gedachte van den Freiherr te mogen raadplegen.

Van zijne zijde volgden polka's en walsen zich in afwisselende rij op het vensterraam en Neeflief scheen het eerste woord niet te weten van hetgeen rondom hem omging.

Na ons driemaal de vraag te hebben doen herhalen, en ons met glazige oogen te hebben aangekeken, draaide hij zich eindelijk om, rekte de armen uit en zegde al geeuwend ‘'k zou wel 'nen willen keer zwemmen.’ Wij barstten in lachen uit, en de tantes verbleekten van angst en schrik bij de enkele gedachte haren Dietrich in 't water te zien. Uit den Freiherr was geen antwoord te krijgen.

De stemmen bleven gelijk, en de quaestie onopgelost.

Toen liet zich op eens een druischend gerucht hooren.

[p. 208]

Het klotste en botste, alsof de ruïne van den Drachenfels naar onder tuimelde. - De Droge Rots stortte van de derde verdieping in ons midden neder. Meer gedecolteerd en verdorder dan ooit, kwam zij om deel te nemen aan het wekelijksch tochtje. De stem eener Duitsche romantieke kon niet twijfelachtig wezen. Zij verzekerde de meerderheid aan de Laachersee.

‘Dan zal ik mijnen dikken shal meenemen,’ riep Othilie even verheugd, alsof er van Godesberg nooit spraak ware geweest.

Liefdes en plannen vielen haar even spoedig uit het lichtzinnige hart.


Vorige Volgende