Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

illusie

Etym: Lat. illusio = zinsbegoocheling, spot < illudere = spelen met, voor de gek houden.

De schijn van waarheid (waar-schijnlijkheid) en werkelijkheid die opgeroepen wordt in verhalende en dramatische teksten of in rede(voering)en (Lat. illusio), om de lezers, toeschouwers of toehoorders te overtuigen van wat verhaald (epische illusie), voorgesteld (dramatische illusie), of meegedeeld wordt. De Engelse romantische dichter en criticus S.T. Coleridge had het in dit verband over ‘the willing suspension of disbelief’ (Biographia literaria, 1817): de lezer of toeschouwer is bereid om tijdens de duur van de literaire ervaring mogelijke kritische vragen over de waarheid en de waarschijnlijkheid van de opgeroepen werkelijkheid op te schorten. Zonder deze bereidheid zou identificatie met de personages onmogelijk zijn (empathie).

Deze werkelijkheidsillusie kan bewust doorbroken worden om speciale effecten te bereiken (‘het is maar een verhaal’, ‘het is maar toneel’). Zoiets gebeurt in het geval van romantische ironie, en verder in metafictie evenals in het episch drama dat zich kritisch opstelt tegenover het zogenaamde illusionistisch toneel.

Lit: J.A. Rispens, 'De illusie als scheppende kracht' in De geest over de wateren (1950), p. 17-182 • A.L. Sötemann, 'Leugen, illusie en waarheid in Max Havelaar' in Jaarboek Mij. Ned. letterkunde (1978-1979), p. 3-12 • G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, Bd 4 (1998), kol. 214-223 • W. Wolf, W. Bernhart & A. Mahler (red.), Immersion and distance: Aesthetic illusion in literature and other media (2013) • J.A. Bareis & L. Nordrum (red.), How to make believe (2015) • M. Zhou, 'Towards a poetics of immersion in lyric translation. Aesthetic illusion and the translator as immersive reader in English translations of classical Chinese ci poetry' in Target 30 (2018), p. 383-407 • E. Auyoung, When fiction feels real. Representation and the reading mind (2019) • T. Koblížek (red.), The aesthetic illusion in literature and the arts (2019).

illuminatie zie boekverluchting illusionistisch toneel

thematisch veld:

Begrippen uit de esthetica
Algemeen

Lezers en receptie
Leeservaring en leeshouding

Literatuurtheoretische concepten en tekstinterpretatie
Lectuur: leeservaring en tekstuele effecten

Vorige Volgende