Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

pathos

Etym: Gr. pathos = pijn, leed, gewaarwording, emotie, gevoel < paschein = ervaren.

Term uit de retorica voor de emoties die bij publiek of lezer opgewekt worden (movere). Bepaalde stijlmiddelen als exclamatio en hyperbool worden vaak gebruikt om pathos teweeg te brengen. Daar het veel sterker overkomt dan ethos, vinden we pathos in het genus sublime en wordt het vooral aangewend in de peroratio (zie ook pathopoeia).

Vooral in het renaissancedrama komt het vaak tot spectaculaire uitbarstingen van emoties en hartstochten. Overdrijving kan leiden tot een negatieve waardering van pathos, tot pathetiek, hetgeen vooral gebeurde in en ten aanzien van de literatuur van het sentimentalisme.

Aristoteles onderscheidde naast het pathos als overtuigingsmiddelen het ethos (het eigen karakter van de redenaar) en de logos (de eigenlijke argumenten).

Lit: G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik,dl. 6 (2003), kol. 689-717 • J.W.H. Konst, Woedende wraakghierigheidt en vruchtelooze weeklachten. De hartstochten in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw (1993) • Laagpathos, speciaal nummer van Dietsche Warande & Belfort 146 (2001).

pathopoeia patristiek

thematisch veld:

Klassieke retorica: algemene begrippen
Geesteshouding en bedoelingen van de redenaar

Vorige Volgende