Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

scanderen

Etym: Lat. scandere = opklimmen; vandaar: gaan staan en met de voet de maat slaan.

Term uit de prosodie voor dat onderdeel van de analyse van klank dat erop gericht is om op grond van woord- en zinsaccent het verloop van heffingen en dalingen vast te stellen om daarmee het metrum te bepalen dat de grondslag vormt van het ritme van een tekst. In de praktijk komt het erop neer dat men probeert de prominentieverhoudingen binnen versregels te vertalen in metrische patronen (vgl. versvoet).
Gewoonlijk gebruikt men daartoe het teken ¯ boven een lettergreep voor een heffing en het teken ˇ boven een lettergreep voor een daling, zoals in de volgende voorbeelden:

Als Pan het eerste vyer sach opter aerde spelen,
Hy was terstont verlieft, en gingh een kusjen stelen.
(J. Cats, Sinne- en minnebeelden, ed. Bosch, 1960, p. 27)

Gescandeerd wordt dat op grond van het woordaccent:

Als Pan het ēerste vyer sach ōpter āerden spēlen,
Hij was terstōnt verliēft, en gingh een kūsjen stēlen.

Gecombineerd met het zinsaccent levert dat de volgende scansie op waarbij de schuine streep (/) staat tussen de versvoeten:

Ăls Pān/ hĕt ēers/tĕ vyēr/ săch ōp/ těr āer/děn spē/lěn,
Hĭj wās/ těrstōnt/ věrliěft/, ěn gīngh/ ěen kūs/jěn stē/lěn.

Daaruit blijkt dat de regels elk bestaan uit zes jamben.

In het volgende fragment uit het werk van Paul van Ostaijen toont de scansie een ander patroon:

Dānsě/rēsjě/, dānsě/rēsjě/,
Zōvěel/ hōnděrd/ īn dě/ māand
(P. van Ostaijen, VW, Poëzie, dl. 1, 1979, p. 11)

Hier kan men concluderen te maken te hebben met een viertrocheïsche versmaat (trochee), opgebouwd uit twee trocheïsche membra (geledingen) per regel. De term ‘trocheïsche versmaat’ verdient de voorkeur boven ‘in trocheeën geschreven’ omdat die laatste formulering suggereert dat Van Ostaijen net als Cats versvoeten gebruikte, hetgeen in strijd is met zijn auteurspoëtica. Overigens is ook het scanderen van klassieke versmaten wegens de vele metrische variaties niet altijd eenduidig. Daarom werden, waar nodig, 'lege' metrische schema's toegevoegd, zoals bijv. bij alcaïsche versmaat (zie metrum).

Lit: A.W. de Groot, Algemene versleer (1946) • A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) • W. Bronzwaer, ‘Vers, metrum, ritme’ in Lessen in lyriek (1993), p. 51-105 • Ph. Hobsbaum, Metre, rhythm and verse form (1996).

scabreuze literatuur scapigliatura

thematisch veld:

Klank en oraliteit
Basisbegrippen en dimensies van de klankanalyse

Versleer
Studie van de versbouw

Vorige Volgende