Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron[p. 376] | |
foto's. U beseft niet half hoe blij ik ben met de groote van Multatuli; sinds gistermiddag houd ik niet op met ernaar te kijken! Voor berichten over het document van ‘tante Mimi’ houd ik mij aanbevolen.3. Maakt u zich overigens niet ongerust, wat de duidelijkheid van mijn gezindheid betreft: 1e weet iedereen die mij kent hoe ik tegenover M. sta, 2e zal zoowel mijn voorwoord (dat u niet las), als mijn nawoord, aan duidelijkheid niets te wenschen overlaten. Aldus ‘geëncadreerd’ wordt het sarcasme van de verdere plaatsen ook voor deurwaardersbevattingsvermogens wel opneembaar. Neen, wat mij op het oogenblik bezighoudt, is de weinig toeschietelijke manier waarop mijn uitgever reageert. Ik ben bezig hem aan te porren. Ook zou ik 8 illustraties in het boek willen hebben, waaronder het portret van uw grootvader ‘Jan’. De vraag is alleen: of dit kleine afdrukje zich tot vergrooting wel leent. Maar u deedt het erbij, dat is dus in orde. Het ms. reserveer ik voor u. Ook de Lebak-zaak is zoo duidelijk, dat het begin daar ook weer door belicht wordt. Het lijkt mij overigens heel wat aangenamer voor u om het boek gedrukt te lezen, dan op die vervelende folio-vellen. Met vriendelijke groeten uw dw. EduPerron 4.Zou u zoo goed willen zijn mij een paar dln. van M.'s Brieven te zenden, nl. deel I, IV en V van de W.B.-uitgave?5. Ik zend ze u spoedig terug. Bij voorbaat dank. |
|