De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus2755 Van Bonifacius Amerbach
| |
[p. 17] | |
burg2 ben, want hij kent geen Latijn - dit dus als je niet toestaat dat ik naar Freiburg kom om je te vergezellen, wat ik graag zal doen als ik weet dat jij het prettig vindt. Mijn laatste brief3 heb je gekregen, denk ik; ik had die in haast geschreven omdat de bode zei dat hij in alle vroegte zou vertrekken. Ik zou de gastheer van Anselmus4 hebben aangesproken over de twintig gulden die een tijd geleden aan zijn neef Hieronymus Veldt waren gestuurd om aan jou te worden overhandigd, als niet toevallig Hieronymus zich in de zaak had gemengd met de mededeling dat het bedrag gisteren is verzonden en door een koopman hier aan hem moet worden terugbetaald. Het ga je goed. |