Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Nederlandse Opstand in de pamfletten 1566-1584

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,97 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/pamflet-brochure
proefschrift
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Nederlandse Opstand in de pamfletten 1566-1584

(1956)–P.A.M. Geurts

Vorige
[p. 337]

Stellingen

I

Bij zijn beschouwingen over de oud-griekse historiografie heeft Toynbee te weinig rekening gehouden met de wezenlijke verschillen tussen antieke en moderne geschiedschrijving.

A.J. Toynbee, Greek historical Thought, London2.

II

Het politiek maxime: Gallia amica, non vicina, dat de politiek van Johan de Witt ten opzichte van Frankrijk karakteriseert, geeft oorspronkelijk een probleem aan van het oostromeinse rijk.

III

In een eventuele studie over de pamfletjes van vóór 1566 zal bijzondere aandacht besteed moeten worden aan de persoon van Simon Renard.

IV

De conclusie, die H. Bonger trekt uit de bestudering van het tolerantievraagstuk in de 16e eeuw: ‘Alle voorvechters van de verdraagzaamheid hebben geijverd voor een losse, algemene kerkopvatting in hun strijd tegen sacramenten en dogmata’, is onjuist.

H. Bonger, De motivering van de godsdienstvrijheid bij Dirk Volkertszoon Coornhert, Arnhem 1954, XIII.

V

De door P.J. van Herwerden gebezigde betiteling: ‘Nationaal Katholieken’ - ‘ter onderscheiding van de zoog. Papisten, die het met Alva

[p. 338]

hielden’ - voor de Katholieken, die in 1572 op verschillende plaatsen het openlijk verzet tegen Alva begonnen, is niet gelukkig.

P.J. van Herwerden, Bij den oorsprong van onze onafhankelijkheid. Een studie over het aandeel van de standen aan het verzet tegen Spanje in de jaren 1559-1572, Groningen-Batavia 1947, 93.

VI

In zijn commentaar op het verslag van de vredesonderhandelingen te Keulen in 1579, waar hij optrad als woordvoerder der delegatie van de Staten Generaal, toont Aggaeus Albada zeer belezen te zijn in de staatsrechtelijke literatuur van zijn tijd.

VII

In de politieke prenten van de 16e en 17e eeuw komen dezelfde bijbelse en klassieke motieven voor als in de pamfletten.

VIII

De scherpe tegenstelling tussen Karel V en zijn zoon Philips II, die voortdurend tot uiting komt in het historisch drama van Michiel de Swaen (1654-1707): De Zedighe Doot van Carel den Vijfden, gaat terug op een traditie, gepropageerd door de pamfletten uit de 16e eeuw.

Uitgegeven door V. Celen, Werken van Michiel de Swaen, II, Antwerpen z.j., 89-174.

IX

De Relation de mon ambassade en Hollande 1669-1671 van Simon-Arnauld de Pomponne bewijst, dat deze franse ambassadeur bijzonder goed ingelicht was over de geschiedenis van de Republiek der Verenigde Nederlanden, haar regeringsvorm, handel, nijverheid en buitenlandse betrekkingen sinds het begin van de Opstand.

Uitgegeven door H.H. Rowen, Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, IVe serie, no. 2, Utrecht 1955.
[p. 339]

X

Tot degenen, die de nagedachtenis van Cornelis Musius levendig gehouden hebben, behoort ook Onno Zwier van Haren.

XI

Een vergelijking tussen de prenten, waarmee Het Ambacht van Cupido en de Emblemata Amatoria van Daniel Heinsius verlucht zijn en de prenten van Antoon Wierix en Boëtius a Bolswert, die de Amor Divinus uitbeelden, brengt, naast grote verschillen, ook een zekere overeenkomst aan het licht.

XII

Indien niet op korte termijn kan worden voorzien in het tekort aan leraren bij het VHMO, zal overwogen moeten worden om desnoods een numerus clausus te stellen aan het aantal leerlingen.

[p. 340]

Stellingen behorende bij: P.A.M. Geurts O.F.M., De Nederlandse Opstand in de pamfletten 1566-1584, Nijmegen 1956.


Vorige

Over het gehele werk

over Willem van Oranje

over Philips van Marnix van Sint Aldegonde


over Spanje

over Frankrijk

over Groot-Brittanniƫ (en Noord-Ierland)