Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11,30 MB)






Genre
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen

Vorige Volgende

[Mesch, Adrianus Leonardus van der Boon]

MESCH (Adrianus Leonardus van der Boon), geb. te Delft 29 Sept. 1793, gest. te Leiden 10 April 1852, zoon van Hendrik Carel van der Boon Mesch, apotheker te Delft en Elisabeth Jacoba van Braam. Vlijtig kweekeling der latijnsche school in zijn vaderstad, kwam hij naar de leidsche hoogeschool, die toen deel uitmaakte van de Université de l'Empire, en werd 27 Aug. 1811 ingeschreven als theoloog. Tevens was hij goed classicus en behoorde tot de geliefde leerlingen van Wyttenbach, dien hij nog zes jaren hooren mocht. De jonge Borger, in dat zelfde jaar 1811 buitengewoon, in 1814 gewoon hoogleeraar in de godgeleerdheid, was zijn leermeester en werd zijn vriend; naast hem vond hij er als leermeesters J. van Voorst, J.H. van der Palm en later nog Joannes Clarisse, die in 1815 te Leiden hoogleeraar werd. De eerste gouden medalje, door de faculteit volgens de bepalingen der nieuwe wet op het H.O. toegekend, viel onzen v.d. Boon Mensch in 1817 ten deel voor zijne beantwoording op de prijsvraag Interpretatio hymni Zachariae quem Lucas servavit Evangel. I, 67-69. Te zelfder tijd werd zijn broeder H.C. v.d. Boon Mesch door de faculteit van wis- en natuurkunde bekroond.

[p. 905]

Twee jaren later, 25 Jan. 1819, werd hij met den grootsten lof bevorderd tot doctor, na verdediging van zijn Specimen hermeneuticum inaugurale in locum ad Hebr. IX, 14, in eene buitengewoon talrijke en aanzienlijke vergadering. Een berichtgever roemt de dissertatie als een ‘heerlijk proefstuk van geleerde en oordeelkundige bijbelverklaring’, terwijl de verdediging, in zuiver Latijn, tegen de bedenkingen van hoogleeraren en studenten, den rector van der Palm deed zeggen, dat deze dag een der luisterrijkste was van de hoogeschool. Van der Boon Mesch is toen predikant geworden te Heino, vanwaar hij 1822 naar Vlaardingen vertrok, als kanselredenaar reeds toen allerwege geroemd. Intusschen was aan het franeker athenaeum Jacobus Amersfoordt, theol. prof. overleden (23 Oct. 1824) en werd bij Kon. Besl. van 3 Dec. van dat jaar v.d. B.M. tot zijn opvolger benoemd. Hij bedankte, omdat hij liever predikant dan professor was, maar nam wel in 1825 een beroep naar Leeuwarden aan, en het was daar, dat hij schijnt gepolst te zijn voor een stoel te Groningen, open gekomen door het overlijden van Herman Muntinghe (24 April 1824). Is dit zoo, dan heeft hij wederom bedankt. Maar waarschijnlijk is Th.A. Clarisse, reeds sinds 3 Dec. 1823 buitengew. hoogleeraar van stonde aan als M.'s opvolger bedoeld. In elk geval bleef v.d. B.M. te Leeuwarden, maar in 1824 vroeg hij emeritaat, omdat zijne gezondheid door al te strenge studie was geknakt. Hij is toen te Leiden gaan wonen - waar hij sinds 1828 lid van de Mij. d. Ned. Letterk. was - heeft daar velen met zijne groote kennis gediend, in hun studiën voortgeholpen, zijn huis voor studenten opengezet, totdat hij, na langdurig lijden, in de armen zijner vrouw, Constantia Metelerkamp, 10 April 1852 ontsliep. Hij heeft nooit iets van zijn arbeid aan de pers willen overgeven.

Zie: Chr. Krabbe in Levensber. Letterk. 1852, 94-98; Algem. Kunst- en Letterbode 1819, I, 81 vlg.; 1828, II, 21; Nieuw kerkelijk Handboek 1907, 1911, 1912 (naamlijsten van pred. in Z.-Holl. Friesl. en Overijsel); W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool II, 773; dez. achter Jonckbloet, Gedenkboek der Hoogeschool te Gron. Bijl. 135.

Knappert


Vorige Volgende

Over het gehele werk

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

over Adrianus Leonardus van der Boon Mesch

H.E. Knappert