Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Weergaloos
Toon afbeeldingen van Weergaloos

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,24 MB)

Scans (50,18 MB)

XML (0,80 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

religieuze teksten (niet-christelijk)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weergaloos

(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 472]
[p. 472]

Monument

illustratie

Ik geloof in een God, Akritas Digenis, van dubbele geboorte, strijdend aan de uiterste grenzen, machtig maar niet almachtig, verwikkeld in een eindeloze en smartelijke strijd, opperste heer en meester van alle machten van het licht, zichtbaar zowel als onzichtbaar.

 

Ik geloof in de ontelbare en kortstondige maskers die God door de eeuwen gedragen heeft; en onder hun onophoudelijke en veranderende vervluchting onderscheid ik hun onvergankelijke eenheid.

 

Ik geloof in zijn hard en onophoudelijk gevecht, levensbron voor de planten, de dieren en de mensen, dat de materie temt en bevrucht.

 

Ik geloof in het hart van de mens, ruimte van verharde aarde, waar Akritas dag en nacht kampt met de dood.

 

Te hulp! U roept Heer, en ik heb u gehoord.

 

Voorouders en nakomelingen, alle rassen, de gehele aarde in mij verenigd, allen horen wij uw appèl, met ontzetting, met vreugde.

Gelukkig zijn zij, Heer, die u bevrijd hebben, die zich met u samenvoegen, die zeggen: U en ik zijn Eén.

 

En driemaal gezegend zijn zij die zonder te bezwijken het hoogste, het meest verhevene, het afschuwelijke geheim op hun schouders torsen:

zelfs die ene bestaat niet.

 

Uit: Nikos Kazantzakis, Ascese.

(Vertaling Olivier Boelen.)


Vorige Volgende