Nagelate schriften
(1677)–Benedictus de Spinoza[p. 447] | |
Brieven Van verscheide geleerde Mannen Aan B.d.S.Met des zelfs Antwoort; Grotelijks tot Verklaring van des zelfs andere Werken dienende. | |
[p. 449] | |
BRIEVEN Van verscheide geleerde Mannen Aan B.d.S. Met des zelfs Antwoort; | |
Eerste Brief
| |
[p. 450] | |
prikkel in mijn ziel maken, zo zal ik nu beginnen, volgens 't recht van de vrientschap, tusschen ons gemaakt, te handelen, en zeer vriendelijk van u te verzoeken, dat gy in de voorgedachte zaken uw lbevattingen iets bredelijker aan my belieft te verklaren, en my voornamelijk in deze twee dingen t' onderrichten, te weten voorëerst, waar in gy het waar monderscheit van ndenking en ouitgestrektheit stelt; ten tweeden, welke gebreken gy in Deskartes en Bakons Wijsbegeerte hebt waargenomen, en op welke wijze gy oordeelt dat dezelfden wechgenomen, en anderen, die bondiger zijn, in hun plaats gestelt zouden konnen worden. Hoe gy openhartiglijker van deze en diergelijke dingen aan my zult schrijven, hoe gy my engelijker aan u zult verbinden, en my krachtiglijk verplichten tot desgelijks, zo zulks in mijn vermogen is, aan u te doen. Hier zijn onder de pars zekere pnatuurkundige Oeffeningen, van zeker Engelsch Edelman, een man van uitsteekende geleertheit, geschreven. Zy handelen van qd' aart des luchts, en van de rvoortparssende eigenschap, door drieënveertig sondervindingen bevestigt: van de tVloedigheit, gelijk ook van de uVastigheit, en van diergelijke dingen. Ik zal maken dat zy, zo haaft als zy uitgegeven worden, door zeker vrient, die misschien over zee derwaarts zal trekken, aan u gelevert worden. Vaar wel ondertusschen, en gedenk aan uw Vrient,die is
Uw toegenege Henr. Oldenburg. In Londen 16/26 Aug. 1661. |